dinsdag 13 december 2016

jouw pijn mijn pijn

Jouw pijn is niet erger dan mijn pijn he?

Deze zin spookt sinds vrijdag j.l. door mijn hoofd. Het is zo veelzeggend en maakt me zo boos en bang en verdrietig.

Los van de context, wat zegt deze zin je? Ik denk dat je er wel een zekere kleinering in kunt lezen, vooral door het woordje ‘he?’. Hallo, weet je nog, mijn pijn is er ook he? Niet vergeten he? Ik heb ook pijn! Het klinkt als een schooljuf die gepest wordt door haar leerlingen. Jongens, ik heb ook gevoel he!

Je kunt je misschien iets voorstellen bij deze zin, een situatie waarin dit wordt uitgesproken. Tussen 2 geliefden wellicht, of tussen 2 mensen die allebei hoofdpijn hebben, maar die ene klaagt er heel de tijd over, en die ander luistert daar al heel de dag naar en is het nu wel een beetje zat.
Stel dat dit de context is, wat vind je dan van deze zin? Terecht? Of een beetje kinderachtig? Je kunt immers ook gewoon zeggen: ik ben je geklaag over je hoofdpijn nu wel zat. Of: wil je nu even je mond houden, want ik merk dat mijn hoofdpijn hier niet echt beter van wordt.

Jouw pijn is niet erger dan mijn pijn, he?

Oke. Als ik nu vertel, dat het gespreksonderwerp in de context waarin dit werd uitgesproken, racisme was. Wat stel je je er nu dan bij voor? Ik vermoed dat je al aardig in de buurt komt.
Dan is het nu tijd dat ik mijn narratieve beschaving loslaat en zeg wat er op mijn hart ligt.

Deze zin komt namelijk van een ex-raadslid (vrouw, wit) van Leefbaar Rotterdam. Iemand die vaak een platform krijgt in de media. Ze sprak het uit tegen een zwarte vrouw, die zojuist had verteld dat zij regelmatig te maken heeft met racisme, en hier een voorbeeld van gaf. Mevrouw Leefbaar maakt regelmatig soortgelijke dingen mee: ze wordt namelijk wel eens aangezien voor een racist! Weten wij wel hoe dat voelt??

En ja, in dit gesprek keerde zij zich richting een zwarte vrouw, en sprak de woorden:

Jouw pijn is niet erger dan mijn pijn, he?

Een hele ruimte vol beschaafd links Rotterdam zat erbij en keek ernaar. Niemand zei iets. Toen zij vervolgens een pro-Trump betoogje hield, implodeerde ik zowat, en trok ik mijn mond open. Ik deed het te laat, niet goed genoeg, maargoed: de rest zweeg. Ze veegde mijn woorden van tafel en nam weer de ruimte in, keer op keer, met elke keer dezelfde woorden. Zonder gene. Volledig comfortabel.

Stop. houd je mond. Stop alsjeblieft. Houd je mond. Zorg dat je pijn je kwetsbaar maakt, en voel dat, en kom daarna terug, voor een prettig gesprek.

‘Ik ben zo verdrietig. Help.’

zaterdag 1 oktober 2016



Aan de betrokken kansrijke Rotterdammer,


De afgelopen maand is beschaafd Rotterdam weer veelvuldig samengekomen. Het culturele seizoen is geopend, en vanaf nu kunnen de esthetici van Rotterdam weer genieten van een rijk aanbod aan kunst, literatuur, muziek en theater. Ook was er vorige week Rotterdam Pride, voor mij en mijn community een kans om onszelf te laten zien aan de rest van de stad.
Wat al deze evenementen gemeen hebben is dat ze een groep mensen bij elkaar brengen die betrokken zijn bij Rotterdam. Ze willen dat Rotterdammers met elkaar blijven praten, dat Rotterdam cultureel op de kaart komt, dat er mooie dingen te zien zijn en dat iedereen gelijkwaardig is. Dat is een toffe groep mensen dus, vind ik, als geboren en getogen Rotterdamse en wereldverbeteraar (bewijs? lees maar verder).


Maar ik maak me ook zorgen om de mensen die door deze groep worden uitgesloten. Ik merk het in de wandelgangen, en de laatste tijd ook in columns en opiniestukken die massaal worden gedeeld en geliked: zij willen (onbewust) niets weten van een categorie mens die het iets minder getroffen heeft in het leven. Veelvuldig wordt deze groep weggezet als ‘junks’, of ‘(crack)hoeren’, en vanuit betrokken Rotterdam komt er dan zeer weinig kritisch respons.


Een voorbeeld uit ‘mijn eigen community’: de populaire column ‘Liveliketom’. Hij schrijft over "(..) de plek waar vroeger hoeren en junks foeterend achter elkaar aan zaten", en gebruikt dit in zijn stukje om het contrast aan te geven tussen het Rotterdam van toen - waar hoeren en junks het straatbeeld ‘s nachts domineerden, en van nu - met homo's die op straat openlijk liefdesdrama’s kunnen uiten. Hij ziet dit als een voorbeeld van hoe goed het gaat met Rotterdam, en hoe tolerant onze stad nu is. Dit contrast juist zo expliciteren vind ik zeer problematisch. Het laat een beweging zien van het doorschuiven van een minderheidsgroep naar de meerderheid: blanke homomannen zijn immers lekker door geëmancipeerd en mogen (volgens dit verhaal) uitgebreid zichzelf zijn op straat. Super! Maar lieve blanke homomannen (ik ga jullie even direct aanspreken), jullie weten toch nog wel hoe het voelt om dat niet te kunnen? Om op straat bang te moeten zijn uitgescholden te worden? Om als oud vuil (=afval, =junk**) te worden behandeld? Misschien zijn sommigen dat even vergeten. Begrijpelijk, er is zoveel leuks en dat mag best gevierd worden. Maar toch zou ik jullie er graag aan herinneren, in de hoop dat ‘gelijkwaardig’ een term wordt die ook opgaat voor mensen die dakloos, verslaafd of erg in de war zijn.


**>>Even wat taalkritiek. De term ‘junk’ is heel erg naar, het betekent namelijk ‘afval’. Ik zou graag zien dat deze term net zo not done wordt als het N-woord, of het F-woord. ‘Hoeren’ is in deze context al helemaal onverklaarbaar. Wat hebben prostituees/sekswerkers hiermee te maken? Ik vermoed dat je voor de blanke privilege een ‘hoer’ bent als je een (dakloze) vrouw bent die bedelt? Want dat moet wel een hoer zijn, een dakloze vrouw? Deze terminologie is vreselijk stigmatiserend. Laten we hiermee stoppen en elkaar, als welbespraakte hoogopgeleide mensen, erop wijzen.<<


Ik denk dat je kunt spreken van een schijntolerantie als we als ‘betrokken Rotterdam’ massaal gaan juichen/liken als zij die steun van een stad het hardst kunnen gebruiken netjes worden opgeruimd om plaats te maken voor een bekender beeld op ons aller netvlies. Weten jullie nog: alles van waarde is weerloos, de omgeving van de mens is de medemens, en de meeste mensen zijn andere mensen?
Een beschaving, beste blanke (linkse) gepriviligeerden, is er juist om zij die minder kansen hebben gehad te steunen door ze te zien en te helpen. Niet door ze van straat te vegen om plaats te maken voor onze eigen volgeconsumeerde lichamen, maar door ze te erkennen als onderdeel van ons straatbeeld en ze te leren kennen als volwaardige mede-Rotterdammers. Dit is een minderheid die bestaat, die er altijd al was, en altijd zal blijven. Dat maakt Rotterdam een wereldstad.

dinsdag 7 juni 2016

A Love Letter to Queer

Dear queer,

It is hard to know how to do it.
I have written several love letters in my life. All the previous ones were about/to a person. One person, with whom i was in a kind of relationship. Most of those ended, and i think this is mainly because you have always been there.
Can you help me? You are the one that got me here in the first place. But now that i am here...
It’s hard to know how to do it.
How can you do something without knowing how?

Can you help me laugh about those movies that they made, and i tried to live?
Can you help me defy the romantic ideal about love and sex?
Can you help me get rid of my own expectations?
Can you help me let go of the tragic of disney, consumerist decadence, and my parents?
Can you help me write my own lovestory, which is about multiple forms of love, friendship and intimacy? (i don’t think you can do all this)

I am really really scared of you, and i feel so safe with you at the same time. You have been so disappointing and so satisfying. You have made me feel at home, thank you for that. I am sorry I got annoyed and bored that one time in Berlin, and wanted to leave a while later...even you can not prevent this from happening. I am still with you though, cause you are the only one who can handle and restrain my fear of commitment, or even more: my fear of separation.
But.. it is so hard to know how to do it. You keep asking me what i want, it freaks me out. I don’t know what i want. I need your help. And I need your intimacy.

Maybe you don’t want me, i am not good enough for you, i don’t belong to you. These insecurities make me doubt my devotion to you sometimes. Do i fit you, queer? Am i not too cisgendered, too white, too much into boys -and dick- as well?

I can be vulnerable with you. Other people often make me feel vulnerability is weakness. But even though you make me feel my vulnerability makes me beautiful and strong -make my body, my complex, never perfect body, beautiful and strong-
It is hard to know how to do it.

I walked through the streets of Berlin, looking for you. I found you in a lot of places, safe spaces as they call them. It is not a given thing for me to feel safe in public spaces, and with you i did. But i also found that you are not there when i am not: that you are a part of me, and that i am the one that should ask for you to appear. You are something strange, something other, something different, not only in society and other people, but mostly: in me. You make me feel alone and isolated, but then you tell me to get up and put lots of glitter on and go dancing. We go dancing together, we are the queer genderclowns.
You tell me i am not like the others, and sometimes i hate you for that. But once i start looking for you in other people, i feel all the more comforted and loved. You make me feel like i do belong, there is hope, i can have sex, i am allowed to enjoy my body, but i can also be in pain and say no, i can wear all the crazy shit i can think of, i do not have to care about what people think, i don’t have to be woman, or girl, but i don’t have to be man either. I can be a true clown with you and you are not scared of my needs.

I can find you anywhere. I mean this spiritually, your energy is everywhere, but also as in most cities. Most cities have a part of you, a place and community where you are the common ground.
Dear queer, there’s only two 2 things i think you need to work on:
  • Rotterdam, and a sense of humour.

Let’s work on that together.

Love,

Manon